zaterdag 28 april 2012

R.I.P. Catootje

Mijn moeder ging vanavond na het avondeten naar huis. Mijn vriend is weer gezellig thuis maar toch zit ik te janken op de bank. Ik kreeg namelijk net het bericht dat Catootje een spuitje heeft gekregen van de dierenarts.
Toen ik een meisje van negen jaar oud was, kreeg de kat van de buren jonkies. De geboorte van de kittens liep niet goed en de buurvrouw belde in paniek bij mijn ouders aan. Niet vies van een beetje bloed en met de grote wens om later dierenarts worden, hielp ik samen met mijn vader de katjes ter wereld. Een van de katjes die ik uit de vliezen pelde en schoon wreef met een handdoek was Catootje.
Iedere dag bezocht ik het nest kittens bij de buren en ondanks dat mijn ouders al drie katten hadden, mocht ik een katje uitzoeken. Ik wilde graag een katertje omdat een paar maanden daarvoor onze zwarte kater was dood gereden. Mijn oog viel op het kleine donkergrijze katje en ik wist gelijk dat dat beestje bij mij moest wonen.
Eenmaal acht weekjes oud verhuisde dit katje van nummer 3 naar nummer 1. We noemden hem Paco naar mijn moeders favoriete restaurant. Een paar weken later werd Paco nagekeken door de dierenarts. Hij was helemaal gezond, alleen hij was geen hij maar een zij. In allerijl veranderden we de naam Paco in Cato. Later werd dit Catootje omdat ze een ieniemienie klein poesje bleef.
Al van jongs af aan ben ik een kattenmoeder. Ik vind het heerlijk om voor ze te zorgen en met ze te kroelen en te knuffelen. 's Avonds op de bank zo'n warm spinnend beest in je nek. Je neus diep in een warm poezenvachtje steken. Urenlang heb ik met mijn kleine Catootje gekroeld en gespeeld.
Drie jaar later kreeg ze zelf een nestje en ook die kittens heb ik uit de vliezen gepeld en schoon gewreven. Omdat Catootje niet genoeg voeding had, zette ik om de paar uur mijn wekker om de kittens met een pipet bij te voeden. Uiteindelijk hebben twee katjes het gered en twee niet. Uiteraard mocht een van die katjes ook bij ons blijven wonen. Dat is een dikke zwart met witte kater geworden genaamd Zor.
Catootje en ik hebben samen heel wat meegemaakt. Toen ik ging samenwonen bleef ze met zoonlief in het ouderlijk huis achter in de goede handen van mijn vader en moeder. Vorig jaar trof mijn moeder haar opeens half verlamd in de tuin aan. Met pijn in het hart werd er een afspraak bij de dierenarts gemaakt om haar in te laten slapen maar op wonderbaarlijke wijze knapte ze weer op. De afspraak werd gecanceld en Catootje kwakkelde nog een jaar verder. Een jaar waarin ze alles mocht eten wat ze wilde, ze 's nachts niet meer naar buiten hoefde en heel veel extra aandacht kreeg. Gisteren kwam ze onder het bloed thuis met een verlamde voorpoot. Ze wilde niet meer eten en spinnen deed ze ook niet meer. Deze keer werd de afspraak bij de dierenarts niet afgezegd.
Terwijl ik mijn kind voel schoppen in mijn buik en er twee katten spinnend bij me onder een plaid liggen, zit ik te huilen als een klein meisje. Ik weet dat mijn emoties driedubbel versterkt worden door alle hormonen die door mijn lijf gieren, maar wat voel ik me klote. Hopelijk vind ik morgen bij daglicht de wereld weer wat leuker.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...