Deze blog verscheen op 20 september 2013 als gastblog op de site Mommy to be.
In mijn familie ontwikkelen veel vrouwen tijdens de zwangerschap zwangerschapsvergiftiging, HELLP-syndroom of eclampsie. Ik wist dus al voordat ik zwanger was dat de kans groter dan gemiddeld zou zijn om dit ook te ontwikkelen. Natuurlijk dacht ik daarover na maar het hield me niet heel erg bezig. Ik nam me gewoon voor om te zien hoe het zou lopen. Je kunt er immers toch niets tegen doen. Het leek me zonde om heel mijn zwangerschap bang te zijn voor iets wat misschien helemaal niet zou gebeuren. De kans dat het niet zou gebeuren was immers nog steeds groter dan dat het wel mis zou gaan.
Het eerste trimester ging van een leien dakje. Ja, ik was moe en misselijk, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Mijn bloeddruk was ook keurig dus niets om me zorgen over te maken. Eenmaal in het tweede trimester beland bleek mijn bloeddruk aan de lage kant. Ik was duizelig en nog steeds misselijk maar tegelijkertijd dolblij. Een lage bloeddruk is lastig en vervelend maar kan absoluut geen kwaad. Dat ik om de haverklap flauw viel, nam ik voor lief. De weken gingen voorbij en ik ging me langzamerhand iets beter voelen. Ik begon te genieten van het zwanger zijn en was trots op mijn bolle buik. Toen ik te horen kreeg dat we een zoontje zouden krijgen is september was ik door het dolle heen. Ik zou een jongensmama worden! Vanwege het feit dat er in mijn familie veel vrouwen zwangerschapsvergiftiging ontwikkelen, werd ik goed in de gaten gehouden door de verloskundige. Al vroeg in de zwangerschap werd er een checklist doorgenomen met symptomen waar ik alert op moest zijn. Mijn bloeddruk leek echter laag te blijven dus ik hield me er niet meer zo mee bezig.
De lente van 2012 was erg warm. Ik merkte dat ik minder goed tegen de warmte kon nu ik zwanger was. Eind juni voelde ik me echt beroerd. Ik was misselijk en erg duizelig. Die duizeligheid weet ik aan mijn lage bloeddruk. De nacht van maandag op dinsdag werd ik wakker en was ik kotsmisselijk. Om mijn vriend niet wakker te maken, besloot ik naar beneden te gaan. Ik nestelde me op de bank met een emmer en probeerde wat te slapen. Nog niet eerder had ik me zo lamlendig gevoeld tijdens mijn zwangerschap. De eerste weken waren echt een eitje vergeleken met deze toestand. De volgende morgen werd ik wakker en drong het tot me door dat er echt iets niet goed zat. Ik zag namelijk heel wazig. Even dacht ik dat dit lag aan mijn contactlenzen maar als snel kwam ik erachter dat ik ook na het schoonmaken van mijn lenzen een troebel zicht had. Opeens herinnerde ik me de checklist op de koelkast. Wazig zicht, check! Hoofdpijn, check! Bandgevoel om mijn middenrif, check! Misselijk, check! Hartkloppingen, check!
Ik besloot het nog even aan te kijken en stuurde mijn vriend naar zijn werk. Al snel besloot ik toch de verloskundige te bellen omdat ik het niet vertrouwde. Ik voelde de baby namelijk ook minder bewegen. Ik vertelde haar mijn klachten en vroeg wat ik moest doen. Haar antwoord luidde: ‘Helemaal niets! Ik kom nu gelijk naar je toe en het enige dat jij doet, is straks de deur voor mij open doen.’ Ik schrok hier erg van, ik dacht namelijk niet dat het allemaal zo’n vaart zou lopen. Binnen 5 minuten stond de verloskundige voor de deur. Ik moest op de bank gaan liggen en het eerste wat ze deed, was naar het hartje luisteren en mijn bloeddruk meten. Het hartje klopte keurig maar mijn bloeddruk was schrikbarend hoog. In combinatie met mijn andere klachten betekende dit waarschijnlijk foute boel. Ze belde het ziekenhuis voor een algehele check en ik moest mijn vriend bellen om naar huis te komen.
Met 27 weken en 2 dagen moest ik me dus melden bij de gynaecoloog. Voordat we naar het ziekenhuis vertrokken, belde ik mijn moeder nog even snel op om te vertellen dat mijn bloeddruk veel te hoog was. Zij schrok zich kapot! Met dezelfde termijn ging het bij haar ook mis bij haar tweede zwangerschap. Eenmaal in het ziekenhuis moest ik me melden bij een arts-assistent met weinig ervaring. Ik moest allerlei onderzoeken ondergaan en ondanks dat mijn bloeddruk te hoog was en de baby het niet heel gezellig meer vond in mijn buik, dacht zij niet gelijk aan zwangerschapsvergiftiging. Er waren namelijk geen eiwitten in mijn urine gevonden en mijn bloed was schoon. Nadat zij overlegd had met de gynaecoloog werd er echter toch besloten om me op te nemen. Mijn klachten en bloeddruk waren zorgwekkend bij mijn termijn en bij een acute zwangerschapsvergiftiging kan je toestand binnen enkele uren verslechteren. Ik mocht me melden op de afdeling en kreeg een bed toegewezen. Daar lag ik dan met mijn dikke buik met mijn nog veel te kleine zoontje erin.
Ik kreeg bedrust en een hele lading pillen voorgeschreven. Ik mocht alleen mijn bed uit om te plassen en om de haverklap moest ik urine inleveren en werd er bloed geprikt. Ik was bang, heel bang! Mijn baby was nog veel te klein om geboren te worden. Hij moest nog maanden blijven zitten om groot en sterk te worden. Ik wilde niet bevallen van een prematuur kind. Ik wilde een gezonde, voldragen baby. Toen mijn vriend ’s avonds huilend aan mijn bed zat, ging er een knop bij me om. Ik slikte mijn tranen in en besloot te vechten. Te vechten voor mijn kind. Ik troostte mijn vriend en vertelde hem dat het allemaal wel goed zou komen. Ik heb geen traan gelaten want ik besloot dat er op dat moment geen ruimte was voor mijn verdriet. Ik moest sterk zijn! De medicatie zorgde ervoor dat mijn bloeddruk zakte naar een waarde waarmee ik naar huis mocht. Mijn bloeddruk was nog steeds te hoog maar wel onder controle. Op het moment van mijn ontslag was mijn bloed nog steeds schoon en zaten er ook nog geen eiwitten in mijn urine. De bedrust deed zowel mij als de baby goed. Op voorwaarde dat ik thuis alleen maar platte bedrust zou houden, mocht ik naar huis. Om de paar dagen moest ik me melden bij de gynaecoloog zodat ik goed in de gaten kon worden gehouden.
Al die tijd lag ik plat op mijn rug. Doodstil maar vanbinnen was er een strijd aan de gang. Het ging iedere week slechter maar ik wilde daar niet aan toegeven. Mijn bloeddruk werd weer hoger, mijn medicatie moest omhoog, er werden eiwitten in mijn urine aangetroffen en ik kreeg steeds meer hoofdpijn. Met de dag zag ik meer zwarte vlekken en lichtflitsen en ook hield ik geen eten meer binnen. Ik bleef echter liggen waar ik lag. Ik klaagde niet, ik schold niet, ik huilde niet. Ik vocht!
Al die tijd lag mijn baby in stuit. In eerste instantie maakte ik me daar niet zo druk om want ik maakte mezelf wijs dat ik voorlopig nog niet zou gaan bevallen. Eenmaal 34 weken zwanger begon dit wel een beetje te knagen. Die baby moest er toch een keer uit natuurlijk en dat zou lastig worden met zijn kont naar beneden en zijn voeten naast zijn oren. De gynaecoloog deed er nogal luchtig over omdat baby’s vaak vanzelf goed gaan liggen. Ik vroeg wat de opties zouden zijn indien dat niet gebeurde. In mijn geval zou de enige mogelijkheid een keizersnede zijn want een stuitbevalling mocht niet in mijn conditie. Daarvoor moeten alle voorwaarden gunstig zijn en een gevorderde zwangerschapsvergiftiging met een extreem hoge bloeddruk is dat niet. Een uitwendige versie werd door de gynaecoloog ook van tafel geveegd omdat mijn zoon al nagenoeg vast lag in mijn bekken. Met zijn kont in plaats van met zijn hoofd! Ik was intens verdrietig omdat ik wist dat de meeste baby’s vanzelf draaien tussen de 37 weken en 42 weken. Het was al een wonder dat ik überhaupt de 34 weken had gehaald en ieder dag dat ik langer zwanger zou zijn was mooi meegenomen. Het punt dat mijn kind vanzelf goed zou gaan liggen, zou ik dus waarschijnlijk nooit bereiken. Ik smeekte om een versie omdat ik absoluut geen keizersnede wilde. Helaas wilde de gynaecoloog daar niet aan beginnen.
Toen ik 36 weken zwanger was, deed ik niets anders meer dan overgeven. Ik verdroeg geen licht meer en wilde alleen maar dat mijn baby eruit kwam. Omdat ik bij deze termijn nog steeds zou bevallen van een prematuur werd er niet actief gehandeld zo lang ik of mijn kind niet in gevaar waren. Wel werd ik wederom opgenomen. Deze keer trof ik een gynaecoloog die zag dat dit geen doen meer was. Ze stelde voor om toch een versie te proberen. Misschien dat ik daardoor weeën zou krijgen en anders was in ik ieder geval inleidbaar als de versie zou lukken. Ik stemde toe en hoopte zo dat het zou gaan lukken om mijn zoon in de goede positie te krijgen. Helaas lukte het niet om mijn baby uitwendig te keren. De gynaecoloog heeft drie pogingen gewaagd maar mijn zoon gaf echt de voorkeur aan zijn huidige positie. Toen me werd verteld dat het zou gaan uitdraaien op een keizersnede was ik heel verdrietig. Ik had namelijk zo graag mijn kind zelf op de wereld willen zetten. Willen weten hoe het is om weeën te hebben en te persen. Ik werd intens teleurgesteld naar de afdeling gebracht. Ik voelde me zo beroerd en ellendig. ’s Avonds werd mijn bloeddruk gemeten voor het slapen en de verpleegkundige schrok zich rot. Ondanks alle medicatie die ik daarvoor kreeg, was deze weer gestegen. Ze overlegde met haar collega omdat ze me niet zo de nacht in wilde laten gaan. Uiteindelijk werd er besloten om mij om de drie uur te wekken en mijn bloeddruk te meten.
De volgende morgen werd ik heel naar wakker na een beroerde nacht. Ik was inmiddels 36 weken en 6 dagen zwanger. Ik bleef maar aangeven bij de verpleegkundigen en zaalartsen dat het niet goed met me ging, dat mijn klachten steeds erger werden en dat ik de baby niet goed meer voelde. Wederom ging de medicatie omhoog maar het mocht niet baten. Naarmate de dag vorderde ging ik heel snel achteruit. Ik was volledig apatisch. Lag doodstil in mijn bed met een nat washandje voor mijn ogen en een kotsbakje naast me. Zodra ik me bewoog of geluid hoorde, werd ik misselijk. ’s Middags kwamen mijn vriend en ouders langs en zij schrokken heel erg van mijn toestand. Mijn moeder ging direct een verpleegkundige halen omdat zij zag dat het echt niet goed ging. Ik werd op een kamertje apart gelegd en de arts werd gebeld. Blijkbaar kwam er iets tussen want het duurde uren voordat die arts kwam. Ondertussen werd er weer bloed geprikt, urine afgenomen en ging ik aan het CTG-apparaat. Ik ging steeds slechter zien en bleef maar kotsen. Op een gegeven moment is mijn moeder weer naar de verpleegkundige gelopen en heeft daar gevraagd wanneer ze in godsnaam iets gingen doen. Ze herkende deze klachten van haar eigen bevallingen en wist dat het heel erg mis aan het gaan was met mij.
Toen ging het balletje rollen en werd de zaalarts opgetrommeld. In eerste instantie dacht hij dat ik me aanstelde tot hij mijn reflexen ging testen. Die waren erg levendig en dat is een teken dat er heel veel vocht in je hersenen zit. Net zoals dat het wazige zicht een symptoom daarvan was. Ik kon ieder moment epileptische insulten krijgen. Er werd direct naar de high care-afdeling gebeld want ik moest zo snel mogelijk aan een infuus met magnesium. Binnen een minuut lag ik op een kamer met wel tien mensen in witte jassen om me heen. De één na de ander werd opgeroepen. Toen het infuus begon te lopen, wist ik zeker dat ik in de hel was beland. Ik had het gevoel alsof ik in brand stond, dat er vlammen aan mijn lichaam likten. Twee verpleegkundigen stonden klaar om me af te koelen met natte doeken. Geschreeuwd heb ik! Alsof dat nog niet erg genoeg was, werd ik op bed vastgelegd met spanbanden, kreeg ik een katheter en duwde een andere verpleegkundige me letterlijk een lading pillen door mijn strot om die bloeddruk maar naar beneden te krijgen.
Jammer genoeg bleek men veel te laat gehandeld te hebben. Ik crashte volledig! Mijn bloeddruk bleef maar stijgen en ik viel continu weg. Ook verslechterde mijn bloedwaardes in een rap tempo. De enige oplossing was een keizersnede maar in deze toestand kon ik niet geopereerd worden. De hele nacht zijn ze bezig geweest om me te stabiliseren maar ik kan me er weinig van herinneren. Ik herinner me nog wel de angst. De angst om dood te gaan en mijn kind te verliezen. Wanneer mijn baby die nacht in nood was geraakt, was hij gestorven in mijn buik. Ze konden niets doen zo lang ik niet stabiel was. Op dat moment maken artsen namelijk een keuze tussen moeder en kind en de moeder gaat altijd voor in dat geval. Ze hebben me volgepompt met valium, magnesiumsulfaat en ik heb een enorme overdosis gehad aan bloeddrukverlagende medicatie. Er stonden twee gynaecologen aan mijn bed die toestemming gaven om mij die levensgevaarlijke medicijncocktail te geven. De andere optie was namelijk dat ik ter plekke zou sterven. De volgende morgen was ik eindelijk stabiel genoeg om een spoedkeizersnede te kunnen ondergaan. Ik kreeg een operatiejasje aan en werd naar beneden naar de operatiekamer gebracht. Na uren in het donker te hebben gelegen, laaide mijn hoofdpijn enorm op bij het zien van het felle licht in de OK. Aangezien ik een spoedkeizersnede kreeg, moest alles snel gebeuren. Ik werd van mijn bed over getild op de operatietafel en vlug werd er naar mijn hart en longen geluisterd. Ik was zo ver heen dat niets meer tot me doordrong. Ik wist diep van binnen wel dat ik ging bevallen van mijn zoon alleen drong dit niet echt door tot mijn bewustzijn. Ik kan me nog maar amper iets herinneren van de operatie en de geboorte. Aan de ene kant heel erg jammer maar aan de andere kant misschien maar goed ook. Er was namelijk behoorlijk wat paniek in de OK en ook stond het crashteam paraat.
Omdat mijn zoontje in stuit lag, was het erg lastig om hem uit mijn buik te krijgen. Mijn bloeddruk was nog steeds torenhoog en door de operatie en dat gesjor ben ik veel bloed verloren. Het was erg risicovol allemaal en als ik dat bewust had moeten meemaken was ik daar echt niet blij van geworden. Gelukkig beviel ik van een kerngezonde zoon. Ondanks alles wat er met mij was gebeurd in de uren daarvoor deed hij het prima! Hij huilde direct, was mooi roze en plaste gelijk alles onder. Het was een klein ukkie van 5 pond. De laatste weken in mijn buik was hij amper nog gegroeid doordat mijn placenta niet meer naar behoren werkte door de zwangerschapsvergiftiging. Achteraf gezien had er veel eerder moeten worden ingegrepen. De dagen daarop waren ook geen pretje. Ik moest nog drie dagen op de high care kamer blijven omdat hij mijn bloeddruk nog steeds torenhoog bleef. De tweede dag na de geboorte van Sam mocht ik van het infuus af en werd de katheter verwijderd. Na het verwijderen van het infuus, kreeg ik echter weer een terugval. Mijn bloeddruk steeg ineens weer enorm en ook was ik weer kotsmisselijk. Dat was wel even een moment dat ik het niet meer zag zitten. Al die weken had ik alles volgehouden en ondergaan omdat ik een gezonde zoon in mijn armen wilde hebben. Nu die missie eindelijk volbracht was, kon ik niet meer en wilde ik niet meer. Ook was ik me toen veel meer bewust van het gevaar van HELLP en eclampsie. Het zijn echt verradelijke rotziekten die nog tot twee dagen na de bevalling (opnieuw) kunnen optreden.
De week na de geboorte was heel dubbel. Ik was zo blij met Sam maar ondertussen kon ik helemaal niets. Ik lag daar maar alleen op een kamertje op de high care, plat op mijn rug. Ik mocht geen bezoek ontvangen en kon mijn zoon de eerste dagen niet eens zelf vasthouden! Dat laatste is toch wel het ergste wat je kan overkomen als nieuwbakken moeder.
Het jaar 2012 was een bewogen jaar. Het was niet alleen het jaar waarin ik moeder werd maar ook het jaar waarin ik de dood in de ogen heb gekeken. Een jaar na dato kamp ik nog steeds met de gevolgen van het HELLP-syndroom. Mijn bloeddruk is nog steeds te hoog, ik heb veel last van hoofdpijn, heb concentratiestoornissen en kan geen drukte meer verdragen. Alles wat ik voor mijn zwangerschap kon, kost me tegenwoordig vijf keer zoveel energie omdat ik heel erg mijn best moet doen om me ergens op te focussen. Ook heb ik een PTSS ontwikkeld waarmee ik nog aan de slag moet. Ik ben er nog lang niet maar blijf hoop houden dat ik ooit weer beter word.
En hoe gek het ook mag klinken voor sommige mensen; ik zou het zo weer doen. Het mannetje dat nu lekker ligt te slapen in zijn bedje was het meer dan waard. Doordat we elkaar bijna kwijt waren, is onze band des te hechter. Niets of niemand komt tussen ons in. Zelfs als ik niet verder meer zou herstellen, zou ik daar vrede mee hebben. Mama zijn is namelijk het mooiste wat er is!’